Actualisatie

Erger dan door de hel gaan. Een naam plakken op wat je kind mankeert en dan de juiste hulp krijgen :het is overal wachten en wachten. Je zou voor minder iets doms doen. (De Standaard, vrijdag 14 november 2008, p 14-15, Veerle Beel)

Het artikel gaat over Gerlinde die getuigt dat het ‘door de hel gaan’ is wanneer je op zoekt bent naar een naam voor het gedrag van je kind. Daarbij komt nog eens het onbegrip van de buitenwereld. Je kind is onhandelbaar, en dat is voornamelijk je eigen schuld. Sinds kort krijgt Gerlinde ondersteuning van Tanderuis, een thuisbegeleidingsdienst voor kinderen met autisme. Maar daar heeft ze zeer lang, drie jaar om precies te zijn, op moeten wachten. Volgens directeur Danny Aelgoet van Tanderuis zal het er vanaf volgend jaar zeker niet op verbeteren aangezien ze net bericht hebben gekregen dat de Vlaamse Regering geen extra middelen uittrekt voor uitbreidingsbeleid volgend jaar, wat Tanderhuis de vorige zeven jaar wel kreeg.
Maar de wachtlijsten zijn blijven stijgen en dat zullen ze volgend jaar nog meer doen. Volgens Danny Aelgoet zijn nu de zeven magere jaren begonnen, na zeven vette jaren. En dat zijn heuse drama’s als mensen zo lang moeten wachten. Soms komen ze met de thuisbegeleidingsdienst pas terecht in een gezin als het al helemaal is ontspoord. Dan is er al een crisis geweest en is het kind al opgenomen in de psychiatrie of in een instelling. Dat hadden ze met Tanderhuis kunnen voorkomen.
Daarnaast is er nog een vergeten groep: die van de kinderen met gedragsproblemen tout court. Voor hen bestaat immers geen thuisbegeleiding. Het is wel een erkende categorie binnen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap maar het eigenaardige is dat er voor hen alleen residentiele opvang bestaat, binnen de voorzieningen. Even heeft de oprichting van zo’n zesde soort thuisbegeleiding, voor gedragsgestoorde kinderen, op het programma gestaan. Maar men raakte het niet eens over de afbakening en schrok terug voor de grote aantallen. Niemand kon of wilde er geld voor vrijmaken, dus is het plan terug afgevoerd. Enkele weken terug gaf een moeder haar kind een dodelijke overdosis medicijnen. Wat iedereen als onbegrijpelijk zou aannemen was niet Gerlinde haar eerste reactie. Zo zegt ze: “Het is verschrikkelijk wat daar is gebeurd, maar ik heb daar wel enigszins begrip voor. Wanneer buitenstaanders klagen over mijn kinderen, dat ik ze beter in bedwangmoet houden bijvoorbeeld. Dat ik hen eens een lesje moet leren: wat willen ze dat ik doe? Moet ik ze misschien doodslaan?” Maar Gerlinde corrigeert zich snel en voegt doe dat ze haar kinderen doodgraag ziet en dat ze dan nooit zou kunnen doen. Gelukkig kan ze nu geregeld terecht bij een psycholoog waar ze haar hart eens kan luchten.
We kunnen ons dan ook de vraag stellen of je zo’n drama kunt voorkomen met gepaste hulp of thuisbegeleiding. Volgens Peter Adriaenssens is het antwoord hierop niet onmiddellijk bevestigend. Volgens hem is er geen bewijs dat het bestaan van hulpverlening moord en doodslag voorkomt. De psychologie van die mensen zit net iets anders in elkaar dan de psychologie van wie kan wachten tot de hulpverlener zich meldt. Maar Peter Adriaenssens haalt ook onmiddellijk de keerzijde aan. “Waarom verwachten wij in het Westen toch zoveel van professionele hulpverlening?” In India, waar Adriaenssens op bezoek was zag hij zelfhulp onder de ouders op grote schaal. Dat is volgens hem een vaardigheid die wij niet meer kennen. Daarnaast wijst hij ook op het feit dat ‘het verdoven’ van ‘lastige’ kinderen niet ongebruikelijk is. Veel gezinnen die vroeger op vakantie gingen, gaven hun kinderen voor de autorit kalmerende hoestsiroop. Nu krijgen kinderen met ADHD rilatine, wat iedereen wel kent, maar vroeger kregen ook die kinderen op grote schaal kalmerende hoestmiddelen. Men beseft niet of onvoldoende dat de hersenvliezen en bloedvaten van kinderen een veel grotere doorlaatbaarheid hebben. Hierbij zal het de vraag zijn of de moeder, die haar kind een overdosis gaf, zijn dood wilde, of zich niet bewust was van het dodelijke risico.

Unless otherwise stated, the content of this page is licensed under Creative Commons Attribution-ShareAlike 3.0 License